Het in mijn hoofdhuid ontsproten
editoriaaltje is mij vannacht ontnomen door nocturne middagmanen, onvatbaar
als wijnrode alcohol, maar aanstormende angst voor naderende katers zijn
de beklaagde schuldigen voor mijn magere poging. De idyllisch ijzige winterochtendkoude
wekt weliswaar immer immense inspiratie op. Doch mocht deze atmosferische
eenheid gekruid zijn met de warmte van examenstress, zou geen enkele overgebleven
herfsteikenbladkleur, geen oppergecamoufleerd winterkoninkje weerstaan
aan de bloedende inkt der metonymie. In blijde verwachting van dit bloedvergiet
dat, rood als sneeuwwitte wijn, na deze week op hoogstens ongepaste tijden
mijn geest en tijd kan vullen, geef ik u deze zever mee, die de nog door
de winter vergangen onvolgroeide spraaktechnologie illustreren. |